de aansluiting aansluitingen
1. stik, kontakt
○ Hij vond het moeilijk om aansluiting te vinden bij zijn collega's. Težko je našel stik s svojimi kolegi.
2. [o prometu] zveza, povezava
○ Ik moet rennen, anders mis ik mijn aansluiting naar Brussel. Teči moram, sicer bom zamudil zvezo za Bruselj.