afschrijven schreef af, heeft afgeschreven
1. odšteti, odtegniti
○ geld van een rekening afschrijven odtegniti denar z računa
2. odpisati
○ De auto is helemaal kapot. We kunnen hem wel afschrijven. Avto je čisto pokvarjen. Lahko ga kar odpišemo.
3. prepisovati, [pog.] preplonkati