ander1 zaim.
[o osebi ali stvari] drug
○ Ik heb altijd geholpen, maar nu moeten de anderen het doen. Vedno sem pomagala, zdaj pa naj še drugi.
○ onder andere med drugim
○ Hij heeft veel auteurs vertaald, onder andere Claus. Prevedel je dela mnogih avtorjev, med drugim tudi Clausa.
○ het een en ander to in ono
○ Ze hebben over het een en ander gepraat. Pogovarjali so se o tem in onem.
○ de een of ander neki, nekdo, kdorkoli
○ het een of ander nekaj, karkoli