bloot prid.
gol, nag; bos
○ plaatjes van blote vrouwen slike nagih žensk
○ Zij liepen op blote voeten langs het strand. Bosa sta hodila ob obali.
○ In deze film is veel bloot te zien. V tem filmu je veliko golote.
Idiomi:
○ Zij sliepen onder de blote hemel. Spali so pod milim nebom.