de dag1 dagen
dan
Idiomi:
○ dag en nacht noč in dan
○ De waarheid kwam eindelijk aan den dag. Resnica je končno prišla na dan.
○ Hij haalde oude fotoalbums voor den dag. Na dan je privlekel stare albume s fotografijami.
○ goed voor de(n) dag komen napraviti dober vtis, dobro se odrezati
○ Je moet morgen tijdens de auditie goed voor de(n) dag komen. Jutri se moraš na avdiciji dobro odrezati.
○ op klaarlichte dag sredi belega dne
○ Prijs de dag niet voor het avond is. Ne hvali dneva pred večerom/nočjo.
○ vandaag de dag dandanes, dandanašnji
○ van de ene dag op de andere čez noč
○ Zij leeft bij de dag. Ona živi iz dneva v dan.