het oor oren
uho
○ Ze fluisterde hem iets in het oor. Nekaj mu je zašepetala na uho.
Idiomi:
○ ergens geen oren naar hebben biti gluh na to uho, imeti kosmata ušesa
○ Hij heeft geen oren naar functie van de voorzitter van de vereniging. Ne zanima ga funkcija predsednika združenja.
○ Hij is tot over zijn oren verliefd op zijn buurmeisje. Do ušes je zaljubljen v sosedovo dekle.
○ Hij was één en al oor. Sama ušesa so ga bila.
○ Ik zit tot over mijn oren in het werk. Imam dela čez glavo.
○ Je moet vertrouwen hebben in jezelf. Knoop dat goed in je oren. Zaupati moraš samemu sebi. To si zapiši za uho!