opkijken keek op, heeft opgekeken
dvigniti oči/pogled
○ Ze keek niet op, toen hij binnenkwam. Ni dvignila pogleda, ko je vstopil.
Zveze:
○ opkijken tegen iemand občudovati koga
○ Ze kijkt heel erg op tegen hem. Ona ga zelo občuduje.
○ opkijken tegen iets ne veseliti se česa; bati se česa
○ vreemd opkijken začuditi se, biti presenečen