overhouden hield over, heeft overgehouden
(pre)ostati; obdržati
○ Naast zijn werk houdt hij geen tijd over voor zichzelf. Poleg dela mu ne preostane nič časa zase.
○ Houd je nog iets over voor jezelf? Boš kaj obdržal tudi zase?
Idiomi:
○ Het houdt niet over. To ni najbolje. / Lahko bi bilo bolje.