de reeks reeksen
vrsta, serija, niz
○ Ze noemde een reeks voordelen van alleen wonen. Naštela je vrsto prednosti samskega življenja.
○ In de reeks 'Hoogtepunten van de 20e eeuw' is nu het elfde boek verschenen. V seriji 'Vrhunci 20. stoletja' je zdaj izšla enajsta knjiga.