toelaten liet toe, heeft toegelaten
1. dopustiti, dovoliti
○ Die tekst laat geen andere interpretatie toe. Ta tekst ne dopušča nobene druge interpretacije.
2. sprejeti
○ Op deze universiteit worden alleen de besten toegelaten. Na to univerzo so sprejeti le najboljši.
○ Personen onder de zestien jaar worden hier niet toegelaten. Osebe, mlajše od šestnajst let, nimajo vstopa.