uitwijzen wees uit, heeft uitgewezen
1. pokazati, dokazati
○ Het onderzoek heeft uitgewezen dat ze helemaal gezond is. Preiskava je pokazala, da je popolnoma zdrava.
2. izgnati (iz dežele)
○ Ze gaan politieke gevangenen uitwijzen. Politične zapornike bodo izgnali iz dežele.