(zich) verheugen verheugde, heeft verheugd
veseliti se
○ Het verheugt ons dat u gekomen bent. Veseli nas, da ste prišli.
○ Ze verheugt zich over zijn succes. Veseli se njegovega uspeha.
○ Ik verheug me erg op de vakantie. Zelo se veselim počitnic.