het vertrouwen2 ed.
zaupanje
○ vertrouwen genieten uživati zaupanje
○ vertrouwen wekken zbujati zaupanje
○ vertrouwen beschaden/schamen zlorabiti zaupanje
○ Ik heb er alle vertrouwen in dat het zal lukken. Povsem zaupam v to, da se bo stvar posrečila.