waar2 prisl.
kje; kjer
○ Waar woont u? Kje stanujete?
○ Dit is het restaurant, waar we elkaar voor het eerst hebben ontmoet. To je restavracija, kjer sva se prvič srečala.
○ Waar ik ook ben, in mijn gedachten is hij altijd bij mij. Kjerkoli sem že, v mislih je zmeraj z mano.