de weerstand ed.
1. odpor, upor, upiranje, nasprotovanje
○ weerstand bieden upirati se
○ De weerstand tegen het beleid van de directeur was groot. Nasprotovanje direktorjevi politiki je bilo veliko.
2. odpornost, imunost
○ Gezond eten en drinken is goed voor je weerstand. Zdrava hrana in pijača krepita odpornost.
Idiomi:
○ de weg van de minste weerstand kiezen iti po liniji najmanjšega odpora